Taken en verantwoordelijkheden NIDOS

Wat doet NIDOS?

Nidos voert als onafhankelijke (gezins-)voogdij instelling, op grond van de wet, de voogdijtaak uit voor Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen.

Praktische taken die NIDOS uitvoert

  •  De inschrijving bij de gemeente (GBA)
  • Het aanvragen van een zorgverzekering (+ het eigen risico wordt door NIDOS vergoed)
  • De inschrijving bij de huisarts en tandarts
  • Het aanmelden bij een ISK-school
  • Het aanvragen van een aansprakelijkheidsverzekering. Indien er pleegouders zijn dan wordt het aanvragen geadviseerd aan de pleegouders.
  • Het toeleiden naar een kamerwoning voor de jongere, indien deze niet bij pleegouders gaat wonen.

De overdracht naar vluchtelingenwerk

Vanaf 17 jaar stelt de voogd doelen op die bijdragen aan het vergroten van de zelfstandigheid van een minderjarige (bijv. geld sparen). Vanaf 17,5 jaar start de voogd met een ‘warme’ overdracht naar vluchtelingenwerk en of het pleeggezin. De voogd blijft, afhankelijk van de mate van zelfstandigheid van de jongere, tot 18 jaar betrokken bij het zelfstandig worden.

Er is een onderscheid

Pleegkind met afgeleide asielvergunning

Indien het pleegkind een afgeleide asielvergunning heeft, betekent dat dat hij of zij in het kader van een nareisprocedure naar Nederland toe is gekomen. Alleen zijn of haar biologische ouders of pleegouders (met pleegouders bedoel ik hier de pleegouders in het land van herkomst) kunnen dan nareis hebben gevraagd. Dat betekent dat het pleegkind samen met zijn biologische ouders of pleegouders als één gezin worden gehuisvest in Nederland. Dit pleegkind heeft geen recht op zelfstandige huisvesting, ook niet als hij 18 jaar wordt. Dit pleegkind moet bovendien 1 jaar lang in Nederland samenwonen alvorens hij of zij op eigen initiatief op zoek kan gaan naar woonruimte.

2) Pleegkind met een zelfstandige asielvergunning

Hierbij zijn twee situaties mogelijk

a) Pleegkind heeft nareis aangevraagd voor ouders

In afwachting van de nareisprocedure van zijn biologische ouders of pleegouders (dus de pleegouders in het land van herkomst) wordt een minderjarig pleegkind door Nidos tijdelijk geplaatst bij een gastgezin c.q. pleeggezin. Zodra de biologische ouders c.q. pleegouders in Nederland zijn moet het minderjarige pleegkind terug de opvang in en vervolgens wordt hij of zij samen met de nareizigers als één gezin gehuisvest. Het pleegkind heeft geen recht op zelfstandige huisvesting, ook niet als hij 18 jaar wordt. Dit pleegkind moet bovendien 1 jaar lang in Nederland samenwonen alvorens hij of zij op eigen initiatief op zoek kan gaan naar woonruimte.

b) Er loopt geen nareisprocedure

Dit is de situatie waarin het pleegkind geen gezinsherenigingsprocedure heeft gestart en, gelet op zijn minderjarigheid, is geplaatst bij een gastgezin c.q. pleeggezin. Deze plaatsing bij een gastgezin c.q. pleeggezin telt mee voor de taakstelling van een gemeente. Zodra het pleegkind de achttien jarige leeftijd bereikt is de gemeente verantwoordelijk voor de vervolgverhuizing van het pleegkind. Het pleegkind valt officieel niet meer onder de taakstelling van de gemeente (hij of zij heeft immers al eenmaal meegedaan voor de taakstelling). Op basis van een algemene zorgplicht voor inwoners is de gemeente echter gehouden om het net achttien jaar geworden pleegkind opnieuw te huisvesten. Of het pleegkind ook nog onder de urgentiecategorie valt nog te bezien. Immers:

– in de Huisvestingswet 2014 is de urgentieverklaring voor statushouders geschrapt
– is voor vervolghuisvesting de eis van ‘sociale en economische binding’  opgenomen, een eis waar statushouders vaak niet aan kunnen voldoen (bijvoorbeeld doordat enkel een uitkering genieten en geen werk hebben in de gemeente)

Tegelijkertijd kan ik mij voorstellen dat, los van het zijn van een statushouder, de gemeente in zijn algemeenheid voor minderjarigen pleegkinderen die meerderjarig worden een urgentieregeling in hun gemeentelijke verordening hebben opgenomen. Je doet er ook goed aan om dit na te gaan in de gemeentelijke verordening. Daarnaast kun je, los van deze juridische mogelijkheden, ook de gemeente wijzen op de handreiking van VNG en Nidos. In de handleiding zijn samenwerkingsafspraken tussen gemeenten en Nidos weergegeven. Het lijkt mij dat een gemeente zich moet houden aan deze afspraak.

Conclusie: het lijkt erop dat in dit scenario de gemeente gehouden is om pleegkinderen te helpen bij vervolgverhuizing.

20170615-handreiking-overdracht-amvs-die-18-worden-vng-nidos