Vrijlating inkomsten uit werk

Als uw inkomen lager is dan uw bijstandsnorm, dan mag u 25 procent van uw inkomsten uit werk houden, met een maximum van € 221,- per maand (bedrag per 1 juli 2021). Dit noemen wij vrijlating. Dus: als u in een maand netto € 100,- verdient met werken, mag u € 25,- houden. U geeft altijd uw hele loon op. De gemeente berekent de vrijlating.

Tijdelijk ook voor jongeren

De vrijlating inkomsten uit werk geldt tijdelijk ook voor jongeren tussen 18 en 27 jaar oud. De tijdelijke regeling loopt van 1 november 2020 tot 1 oktober 2021.

Maximaal 6 maanden

U mag de vrijlating maximaal 6 maanden houden. Deze 6 maanden hoeven niet aansluitend te zijn. Daarna krijgt u deze vrijlating niet meer.

Vrijlating ook voor partner

Dezelfde vrijlating geldt ook voor uw partner. U mag dus allebei maximaal 6 maanden € 221,- per maand van uw loon houden (bedrag per 1 juli 2021). U geeft allebei uw hele loon op aan de gemeente. De gemeente berekent de vrijlating.

Ontvang extra inkomsten door parttime werk

De gemeente wil werk extra belonen: u kunt een bijverdienpremie boven op uw uitkering krijgen als u parttime werkt. De premie bedraagt 30% van uw inkomsten uit werk. Het maximale bedrag is € 219,- per maand.
U bouwt premie op als u inkomsten uit werk hebt en de inkomsten aan ons doorgeeft. U hoeft zich niet aan te melden om de premie te ontvangen. Kijk voor meer informatie bij Bijverdienpremie met parttime werk.

Alleenstaande ouder

Bent u een alleenstaande ouder en is uw kind jonger dan 12 jaar? Kijk dan voor aparte regels bij Alleenstaande ouder met een bijstandsuitkering – bijverdienen en heffingskortingen.

Inkomsten kind

Voor meer informatie over inkomsten van uw kinderen: kijk bij Mijn kind woont bij mij en heeft inkomsten. Wordt dit inkomen ingehouden op mijn bijstandsuitkering?

Ziek of gehandicapt

Als u door ziekte, handicap, zwangerschap of bevalling geen volle werkweek kunt werken, dan mag u 15 procent van uw loon houden, met een maximum van € 139,90 per maand (bedrag per 1 juli 2021). Deze vrijlating kent geen maximale termijn en geldt voor alle leeftijden. Deze vrijlating volgt op de vrijlating van 25 procent voor 6 maanden. Als u denkt dat u recht hebt op de vrijlating van 15 procent, neem dan contact op met uw klantmanager. U geeft altijd uw hele loon op. De gemeente berekent de vrijlating.

Hoger bruto inkomen

Als u gebruikmaakt van een van deze vrijlatingen, dan wordt uw bruto jaarinkomen hoger. Dit kan gevolgen hebben voor de hoogte van bijvoorbeeld huur- of zorgtoeslag.

Andere inkomsten die u opgeeft

Behalve inkomsten uit werk geeft u ook de volgende inkomsten op aan de gemeente. De gemeente beoordeelt hoeveel u hiervan mag houden.

  • uitkeringen van het UWV
  • doorbetaald loon bij ziekte
  • een onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk of voor deelname aan dagactiviteiten.
  • uitkeringen en vergoedingen die u krijgt voor geleden schade
  • alimentatie
  • inkomsten uit onderhuur
  • pensioen
  • voorlopige aanslag en teruggave van belastingen
  • inkomsten in verband met kostgangers

Inkomsten die u niet hoeft op te geven

BIJSTANDSUITKERING BIJVERDIENEN MINDERJARIG KIND

Als u kind jonger is dan achttien jaar dat mag hij of zij onbeperkt bijverdienen zonder dat uw bijstandsuitkering in gevaar komt. In de Participatiewet worden de inkomsten van minderjarige kinderen niet gekort op de bijstandsuitkering van de ouders. De kostendelersnorm is niet van toepassing op minderjarige kinderen. Vermogen en ‘inkomsten niet uit arbeid’ (bijvoorbeeld rente-inkomsten) van kinderen kunnen door de gemeente wel worden meegenomen voor de vaststelling van de middelen van de ouders. Het bijverdienen is wel van invloed op de kinderbijslag ! Voor aanvragen bijzondere bijstand kan het bijverdienen door een kind wel van belang zijn. Bijvoorbeeld als de aanvraag bijzondere bijstand betrekking heeft op spullen of kosten voor het kind. Gemeenten mogen hier zelf beleidsregels voor opstellen (Checken bij de ISD)

BIJVERDIENEN MEERDERJARIGE KINDEREN

Heeft u bijstand en wonen er meerderjarige kinderen bij u in, die zelf bijverdienen? Dan geldt als uitgangspunt dat de inkomsten van alle gezinsleden meetellen of u in aanmerking komt voor bijstand. Een gezin heeft alleen recht op gezinsbijstand. De gezinsleden kunnen niet ieder afzonderlijk een bijstandsuitkering aanvragen. De gezinsuitkering moet gezamenlijk bij de gemeente worden aangevraagd. Uw meerderjarige kinderen en de inwonende partners van uw minderjarige kinderen maken deel uit van het gezin voor de vaststelling van het recht op bijstand. De inkomsten van alle meerderjarige gezinsleden wegen mee om de hoogte van de bijstandsuitkering te bepalen. Dit wordt door de gemeente bepaald met de huishoudinkomenstoets. De inkomsten van alle gezinsleden tellen dan mee om het recht op bijstand vast te stellen.

Er zijn een paar uitzonderingsituaties waarbij meerderjarige kinderen niet meetellen als gezinslid voor de bijstand.

    • Als het gezinslid zorgbehoevend is voor minstens tien uur per week en er geen PGB of zorg in natura wordt ontvangen. Een ander gezinslid moet de zorg verlenen aan het zorgbehoevende gezinslid en de zorgbehoevende heeft dan recht op een eigen bijstandsuitkering.
    • De tweede uitzondering betreft meerderjarige kinderen die onderwijs volgen dat door de overheid wordt gefinancierd middels studiefinanciering, BBL-onderwijs of de WTOS (Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Het meerderjarig kind mag dan de eigen inkomsten behouden en dit wordt niet gekort op de bijstandsuitkering van het gezin. Hier zit echter wel een maximum aan; het kind mag niet meer dan € 1.060,00 verdienen. Heeft het kind maandelijks meer inkomen dan dit bedrag, dan wordt het meerdere gekort op de gezinsbijstand.
    • De derde uitzondering is de situatie dat een meerderjarig kind, jonger dan 21 jaar, een Wajong-uitkering van het UWV ontvangt. Zodra het kind de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, is de kostendelersnorm van toepassing en wordt de bijstandsuitkering voor het gezin gekort door de gemeente.

ANDERE INKOMSTEN DIE NIET MEETELLEN VOOR DE BIJSTAND.

    • Kinderbijslag, huurtoeslag, zorgtoeslag, kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag.
    • Jonggehandicaptenkorting van de belastingdienst bij een Wajong-uitkering van een gezinslid.
    • Onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk (tot aan bepaald maximum, het meerdere daarboven wordt wel verrekend met de bijstandsuitkering).
    • Vergoeding voor deelname aan dagactiviteiten (maximumbedrag van toepassing).
    • Rente over vermogen en spaargeld.
    • De jaarlijkse tegemoetkoming arbeidsongeschikten van het UWV, ingeval van een arbeidsongeschiktheidsuitkering van minimaal 35%.
    • Geld van de armoedevoorziening van de gemeente, (DOEMEE regeling)
    • Sommige schadevergoedingen bij geleden schade